Na het onfortuinlijke ongeval met een skiff kan het geen kwaad nog eens de regels op een rijtje te zetten.
Houd stuurboord wal, vaar met inzicht en beleid, steek haaks het water over en steek geen bakboord bochten af
Vrachtschepen hebben een grote dode hoek voor de voorsteven. Deze kan wel 100 meter zijn. Vooral als ze niet geladen zijn. Kijk uit! Ga daar dus niet varen!
En een belangrijke pragmatische les: neem geen voorrang als je die niet krijgt.
Hou het droog en hou het materiaal heel!
Nu de Amstel weer is omgetoverd tot nautische A9, is het absolute noodzaak voorzichtig te varen. Op het water geldt een waslijst aan verkeersregels, maar de kern daarvan is simpel: groot schip gaat voor klein schip.
Een passagiersschip ingericht voor meer dan twaalf passagiers (bijv. een partyboot) heeft voorrang, net als een groot schip. Een veerpont heeft voorrang op alle schepen.
Alle roeiboten zijn kleiner dan 20 meter, dus ook een ‘acht’ valt in de categorie kleine schepen. We hebben kortom niets te eisen van een binnenvaartschip of passagiersschip. Bij kleine schepen onderling gaat het schip dat keurig zijn stuurboordwal houdt (rechts in de vaarrichting gezien) vóór het tegemoetkomende schip – motorboot of roeiboot – dat niet zijn stuurboordwal houdt.
Formeel heeft een ‘door spierkracht voortbewogen schip’ in sommige gevallen voorrang op een motorkruisertje (klein schip), maar het is onverstandig die brutaal op te eisen van een schipper die van niets weet of van niets wil weten.
Bovenal geldt voor iedereen goed zeemanschap: je mag jezelf en de ander nooit in problemen brengen, en moet behulpzaam zijn.
Aan boord van elke boot is een schipper die de verantwoordelijkheid heeft. In een gestuurde roeiboot is dat de stuurman/-vrouw, in een ongestuurd schip de boeg, of andere roeier volgens onderlinge afspraak. Hun aanwijzingen moeten door de (andere) roeiers worden opgevolgd.
Wegvaren vanaf het vlot betekent voorrang verlenen aan al het verkeer. Dus zeker als het druk is: stilliggen wachten tot de weg vrij is van zowel bakboord als stuurboordzijde, en pas slag‑klaarmaken en vertrekken.
Voorrang verlenen doe je goed als het andere schip niet hoeft te remmen, en niet hoeft bij te sturen.
Inhalen (oplopen) mag alleen als dat veilig kan, en dan aan bakboordzijde, tenzij de in te halen boot zo ver van de kant vaart dat het veiliger is aan stuurboord te passeren. Alleen inhalen als de weg vrij is, en je er vlot voorbij kunt. De opgelopen boot moet als dat nodig is, meewerken. Dus ook vice‑versa: een roeiboot die wordt opgelopen door een motorkruiser of een binnenvaartschip moet uitwijken en de weg vrij maken.
Ook keren, rond maken, mag alleen als je geen andere boten hindert.
Voor een ander schip dat rondmaakt, moet je wachten.
Ga niet stilliggen in of bij een binnenbocht.
De maximumsnelheid op de Amstel is 9 km/h voor recreatievaart.
Voor roeiboten geldt geen maximumsnelheid.
Kijk ook eens naar de flyer met 10 tips over dit onderwerp en ook een video.
Op de flyer staan ook de lichten bij bruggen. Goed om ook die (opnieuw) te bekijken, want ja hoe zit dat ook alweer precies ?