Ik zocht onze roeiploeg, de Premium Masters, bij RIC aan de omval, waar ze aan boord zouden gaan van de Zeven Provinciën om de Head of the River te varen, de roeiklassieker over 8 km op de kop van de Amstel bij Amsterdam. Ik was reserve en hoopte nog in te kunnen vallen en ‘s avonds mee te kunnen eten bij Pappagallo, natafelen is traditie na de Head.
Mijn ploeg moest al zijn gearriveerd, ik zag de botenwagen, die vol lag met MdR riemen, enigsinds slordig neergelegd en om en om gehusseld. Werk van Hendrik, die later opmerkte dat het netjes lag en die tijdens de wedstrijd prima achter de boegen aan roeide. Hij is een ex-wedstrijdroeier van 50+ en je hoeft niet te twijfelen: dan hoor je bij de Masters. Klasse E of zo. Al zou je het hem niet geven.
Dan maar in de kantine zoeken. De heren dronken daar koffie alsof er niets stond te gebeuren. Eric zat op een stoel en begon een verhaal over de BBB en dat hij niet geheel begreep hoe alles daar reilde en zeilde. Hij heeft toch altijd zijn focus op zijn eigen juiste plaats. Ik vroeg of ik niet beter in zijn plaats de head kon varen, dan kon hij langer nadenken, maar nee. Wat later roeide hij hard en prachtig mee, een beetje in elkaar gedoken en wellicht zijn zere rug iets ontziend. Simen zat te mediteren in een soort boekenkist op zijn kant. Ik trok zijn donkere bril omhoog om hem in de ogen te kunnen kijken om hem te vorsen. Een klare blik keek mij aan. Je hoeft je niet achter een bril te verstoppen Simen, het beest in je wordt altijd wakker als je met je bladen het water raakt. Geen enkele keer keek je tijdens de wedstrijd wanhopig naar de kant. Ook hier kreeg ik geen roeiplek voor elkaar.
De boegen dan. Marc zag er gespannen, een beetje moe uit en geen wonder: als boeg in de acht is je laatste uurtje geslagen en je weet nooit waar je straks tegenaan gestuurd wordt. Zou dat niet leiden tot slechte sportprestaties? Hij dacht van niet en ik moest bij hem zijn rugnummers opspelden. De andere boeg, Jorg, was aanwezig zoals hij dat alleen kan. Niet verstoren, dacht ik, ze hebben hem nog hard nodig. En ja, tijdens de wedstrijd waren de boegen de enigen die iedere haal hoog aanhaalden en zo de boot stabiliseerden. Voor kleinere boegen is dat een grotere prestatie.
Cees gaf mij een stapeltje startnummers ter bewaking, ik husselde wat en toverde een compleet verkeerd nummer van Vada tevoorschijn. Dit klopt niet Cees, kan je dat regelen? Want Cees regelt bijna alles, zo heb ik geleerd. Cees rolde met zijn ogen, raakte aangedaan en wilde met het nummer de ploeg verlaten. Had ik nu mijn plek versierd? Marc greep in en zei dat ik met mijn kwaliteiten toch echt niet op slag kon invallen. Weg kans. Overigens was Cees degene die in de wedstrijd zichzelf compleet omzette naar power, strijdlust en een zwoegend en zwetend voorbeeld voor de ploeg. Ik vreesde een moment dat hij na de wedstrijd opgelost zou zijn, maar dat viel mee. Chapeau!!
Jan durfde ik niet op een roeizwakheid te betrappen. Ik zie zijn ogen weleens flikkeren na mijn opmerkingen. Hij is niet het gewogen geweten van de ploeg en eerder de stille kracht, de onbewogen beweger. Jan roeide als een prachtige aanvulling op de slag, ook nuttig als Cees even naar adem moest happen. Marco had ik voor deze wedstrijd weinig zien roeien. Wel zei hij: na de start gaat het los en vraag je je na 500 meter af hoe je het ooit kan volhouden tot de finish. Ik dacht: wil ik dat? Laten ze het maar lekker zelf doen. Marco verstopt zich doorgaans in het midden van de boot. Er was tijdens de wedstrijd met mij aan de kant geen ontsnappen meer aan, eindelijk zag ik hem eens trekken aan die paal en kon ik zien hoe het er vanaf opzij uitzag. Zijn kolken waren prima! Ik zag hoe per haal de blaren op zijn handen groter worden en ik snapte waarom. Heb je wel eens naar de grootte van zijn handen gekeken? A.F=p dus wil hij druk zetten dan heb je grote handen nodig! Maar eerlijk is eerlijk: zonder zijn kracht geen blaren en ook in de bakboord bochten liep de acht uitstekend.
Ik liep voor de wedstrijd mee met Annemarie, de stuur, die ik pas goed heb leren kennen vanaf het moment dat ik haar vroeg een roeiboot naar Engeland te sturen, en weer terug. We liepen langs een boot met ernaast een duidelijk huilend vrouwkind. Kijk, zei ik, die heeft net een wedstrijd gestuurd. Annemarie maakte een kort dodelijk geluidje dat ik ooit van haar op zee had gehoord, zij stuurde daar ook, toen iemand in The Vin zei dat hij moe was, waardoor ik wist dat het vandaag goed kwam. De Head sturen is ook voor Masters, en Annemarie is er zeker één. Zij geeft zekerheid. Bruggat A, B of C, een verkeerde keus is diskwalificatie. Zij zal niet tijdens de wedstrijd aan de slag vragen welk gat je ook al weer moet hebben. Tijdens de wedstrijd zag ik Annemarie sturen: kordaat, bevelend, geen centimeter kadeau gevend aan de ploeg van de Hoop, roeiend op 3 meter aan bakboord, gecoacht door Stefan, die ik 40 jaar geleden nog instructies gaf voor zijn skiffproef.
Roeien zat hem in de ziel inmiddels, zo zei Stefan mij. Wel had hij inmiddels contact via radiogolven met de stuur van de Hoop. Als hij riep: 10 klapjes erop, riep ik steeds: MdR, vang ze op!! Of onze mannen dat hoorden weet ik niet, want langs de kant fietsen tientallen schreeuwende mensen, die als dronken Japanners over de weg bewogen. Anne Marie, die van Cees dus, naast mij fietsend, hoorden zij zeker niet, ook al moedigde zij met al haar stemgeluid aan. Haar kracht zit in het analyseren en corrigeren van einduitslagen. Door haar verbeterde de eindtijd na 8km Head met 30 seconden naar 27 min 15.1 sec. Daarmee klommen we van een roemloze 22e plaats naar een keurige 14e plaats van de 36 ploegen.
De winnaar was de Zwolse combinatie zonder Nico Rienks in 24 min 53 min. Onze strijd met de 8 van de Hoop was mooi: in het laatste deel van de race voeren de achten van de Hoop en MdR 3 km lang naast elkaar, wij bevoordeeld door een binnenbochtje meer, zij net iets harder varend met een onvloeiende, houterige stijl die hen naar mijn ratio te weinig afremde in het door de wind opgezweepte water. Hadden de roeiers van de Hoop maar even opzij gekeken, dan hadden ze iets kunnen leren, dan zagen ze een Team dat zeer gelijk roeide, de krachten bijna tot op het einde gelijk verdeelde en het pas in de eindsprint niet meer volhield. Hadden wij de kans benut iets van de Hoop te leren? Ook wij keken niet opzij, onze stuur inclusief. De Hoop roeide uiteindelijk 27 seconden sneller. Het was het mooi wat ik allemaal zag. Misschien was deze tweestrijd nog wel mooier dan de eindtijd. Ik voel mij buitengewoon trots dat ik hierbij mocht zijn!
Ahrend-Jan Schröder